Huisliturgie zondag 15 november (33ste zondag door het jaar)
Met dit gebedsmoment kan je thuis alleen of samen met je huisgenoten stilvallen en bidden rond het evangelie van deze zondag (Mt. 25, 14-30)Benodigdheden: een stompkaars en een aansteker.
Wie ook met kinderen samenkomt zorgt dat het bijgevoegde werkblad afgedrukt beschikbaar is.
Als je ook de voorgestelde muziek wil beluisteren moet je ook een computer, laptop, tablet of smartphone bij de hand hebben.
Best is er één iemand die het gebedsmoment leidt en de teksten voorbidt. Het evangelie en de voorbede kunnen door iemand anders worden voorgelezen.
Kruisteken en opening
We zijn hier samen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
We naderen de donkerste tijd van het jaar. Dit jaar lijkt hij nog donkerder dan anders te zullen worden. Het voelt vaak koud en leeg. Soms lijkt het dan dat Gij ver weg zijt. We voelen ons alleen en aan ons lot overgelaten.
Ontsteken van een kaars
We ontsteken een kaars als teken dat we durven vertrouwen dat Gij ons ook nu niet alleen laat dat Gij, wie weet vandaag nog, wederkomt. Laat deze kaars een teken zijn van onze bereidheid
U als Heer in ons midden te verwelkomen.
Hierna kunnen we luisteren/meezingen
Iedere nacht verlang ik naar U, o God,
ik hunker naar U met heel mijn ziel.
Gebed
God,
Alles ontvangen we uit uw hand.
We zijn van U met al onze talenten.
Kom met uw licht, God, voor alle mensen die verloren gaan,
voor wie geen toekomst meer bestaat.
Kom met uw genade, God,
voor gewone mensen,
dat zij uw handen en voeten zijn
om uw droom met de wereld uit te bouwen.
Amen.
Lezing
We lezen uit het evangelie opgetekend door Matteüs (25, 14-30)
In die tijd vertelde Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis:
Het is als met iemand die naar het buitenland ging. Hij riep zijn slaven bij zich en vertrouwde hun zijn bezit toe. Aan de een gaf hij vijf talenten, aan een ander twee en aan een derde één, overeenkomstig ieders bekwaamheid. En hij vertrok naar het buitenland. Degene die de vijf talenten gekregen had, ging er meteen mee handelen en verdiende er nog vijf bij. Zo verdiende ook die er twee gekregen had er nog twee bij. Maar die er één gekregen had, ging een gat in de grond graven en stopte daar het geld van zijn heer in. Na lange tijd kwam de heer van die slaven terug en hield afrekening met hen. Degene die de vijf talenten gekregen had, kwam naar voren met nog vijf talenten en zei: “Vijf talenten, heer, had u me toevertrouwd. Kijk, ik heb er nog vijf talenten bij verdiend.” Zijn heer zei tegen hem: “Uitstekend, goede en trouwe slaaf, in het kleine ben je betrouwbaar geweest, over veel zal ik je aanstellen. Kom delen in de vreugde van je heer.” Ook degene die de twee talenten gekregen had, kwam naar voren en zei: “Twee talenten, heer, had u me toevertrouwd. Kijk, ik heb er nog twee bijverdiend.” Zijn heer zei tegen hem: “Uitstekend, goede en trouwe slaaf, in het kleine ben je betrouwbaar geweest, over veel zal ik je aanstellen. Kom delen in de vreugde van je heer.” Ook degene die het ene talent had gekregen, kwam naar voren en zei: “Heer, ik heb u leren kennen als een streng man; u oogst waar u niet hebt gezaaid en u haalt binnen waar u niet hebt uitgestrooid. Uit angst heb ik uw talent in de grond gestopt. Kijk, hier hebt u uw eigendom terug.” Maar zijn heer antwoordde hem: “Slechte, lamlendige slaaf, je wist dat ik oogst waar ik niet heb gezaaid en binnenhaal waar ik niet heb uitgestrooid. Je had dus mijn geld op de bank moeten zetten. Dan had ik het bij mijn komst met rente teruggekregen. Neem hem daarom het talent af en geef het aan hem die de tien talenten heeft. Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden en wel overvloedig. Maar aan degene die niet heeft, zal zelfs nog ontnomen worden wat hij heeft. Werp die nutteloze slaaf in de uiterste duisternis.” Het zal daar een gejammer zijn en een tandengeknars.
-
Korte commentaar
Deze parabel is meer dan een vermaning om onze kwaliteiten goed te gebruiken. Het gaat over het koninkrijk, dat aan ons is toevertrouwd terwijl de heer voor een lange reis vertrekt. Wanneer hij terugkeert, verwacht hij dat zijn dienaren werk hebben gemaakt van de rijkdommen die hij hen had toevertrouwd. De eerste twee hebben risico genomen en verdubbeld wat hen gegeven was. Ze werden geprezen voor hun toewijding aan hun meester, aan het koninkrijk. De derde dienaar, die bang was voor de heer, verloor zelfs het ene talent dat hij had. Riskeer ik de vele dingen en kwaliteiten die mij gegeven zijn, voor de groei van het koninkrijk? Of ben ik gelukkig met wat ik heb, en zorg ik dat niet te verliezen, gelukkig genoeg met een respectabel bestaan? Wat zal de heer tegen mij zeggen als hij mij ter verantwoording roept?
(Bron: Gewijde ruimte)
- Stilte of muziek
We kunnen het gewoon enkele minuten stil laten, of wie liever wat muziek op de achtergrond heeft kan gebruik maken van het lied Christe lux mundi
Christus, Licht van de wereld, wie U volgt, zal licht ten leven bezitten.
- Uitwisseling
Wie dat wil kan hierna even kort stilstaan bij of uitwisselen met de huisgenoten over de bovenstaande gedachten. Je kan ook even de tijd nemen om samen te kijken naar je talenten en er dankbaar voor zijn. Je kan je afvragen of je ze goed gebruikt, of je wel ingaat op de noden die in je omgeving leven. Zo wordt Gods bekommernis ook de jouwe. Als je samen met kinderen bidt, kan je samen met hen overlopen wat de kinderen op het werkblad goed kunnen. Ze beschrijven daarvoor eerst wat ze of elke foto zien. Iets wat men goed kan, wordt een ‘talent’ genoemd. – Welke talenten hebben jullie? Bijvoorbeeld: lezen, koken, rekenen, schrijven, knutselen, zwemmen, tekenen, dansen, schilderen, opruimen, kleuren, fietsen, moppen vertellen, werken met de pc. Ga hier dan dieper op in: – Gebruik jij je talent goed? (Wie zijn talenten goed gebruikt, maakt er God en anderen blij mee)
Werkblad
Bron: Bijbel in 1000 seconden, Chantal Leterme.
Voorbede
We willen nu al onze vragen, onze zorgen en onze vreugdes, aan God voorleggen.
Voor alle gelovigen in Jezus ‘ Kerk, die in het dankbare besef van Gods liefde,
het beste en het mooiste van zichzelf geven.
Voor alle mensen die dagelijks trouw hun werk verrichten,
die ongevraagd meer doen dat wat van hen verwacht wordt,
en die zo een steentje bijdragen tot de groei van Gods rijk.
Voor onszelf, dat wij beter in staat zijn te herkennen hoe we God en de andere kunnen dienen in de vele kansen die op onze weg komen.
Voor onszelf, dat wij dankbaar en verwonderd kunnen zijn voor al wat we hebben ontvangen: ons leven, onze gezondheid, ons geloof en vooral de mensen die ons gemaakt hebben tot wie we zijn.
Wie wil kan hier ook nog zelf een wens of een bede formuleren…
En leggen we dit alles dan in Gods handen.
Laten we dit doen in verbondenheid met alle mensen met wie we nu in gebed verenigd zijn,
en doen we dit met de woorden die Jezus ons zelf heeft geleerd.
Samen:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Gebed
God,
ik weet dat U ook mij roept om mijn talenten in uw dienst te stellen, ik weet dat U ook tegen mij zegt: « Ik heb jouw handen nodig om te bouwen aan mijn wereld; Ik heb jouw voeten nodig om wegen van vrede te gaan; Ik heb jouw mond nodig om mijn boodschap uit te dragen; Ik heb jouw lichaam nodig om daar te zijn waar nood is, Ik heb jouw hart nodig om steeds meer lief te hebben. » Maar ik ben zo bang om « ja » te zeggen, want wat is dan mijn toekomst? Wat moet ik achter mij laten. En wil ik het wel? Kan ik het wel? Help me, God, om als het moet ja te kunnen zeggen. « Ja » tegen U, « ja » tegen de ander.
Amen
En Moge die God die ons roept, ons dan zegenen,
Hij die is Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.
Eventueel slotlied
Wie dat wenst, kan hier nog even tot slot luisteren naar het lied Gib mich ganz zu eigen dir van Taizé
Neem alles van me weg wat me ver van U houdt
Geef me alles wat me bij U brengt, mijn Heer en mijn God,
Haal me weg uit mezelf en geef me helemaal aan U.